Het ronde raampje bovenin de gevel. Dit waren ontluchtingsgaten voor de dampen die opstegen uit de vergistingskuipen. Deze waren niet aangesloten op een schoorsteenkanaal. Er werden roosters geplaatst voor die ronde openingen. Omdat er ontzettend veel ooievaars leefden in deze omgeving waren deze zolders namelijk een geliefde nestelplek. En als je eenmaal een ooievaar op je zolder hebt, zie hem dan maar eens weg te krijgen!
Er ligt een partij klaar om geëxporteerd te worden naar een ver buitenland. Schiedamse jenever was de eerste gedistilleerde drank die de hele wereld over gevaren werd.
Het afvalproduct van het gegiste en afgestookte beslag is ‘spoeling’. Dat ging (en gaat bij ons nog steeds) naar het vee. Tot 1711 liepen de varkens gewoon door de stad en de spoeling liep in goten de branderij uit en zo over straat. De spoeling maakte de omgeving van Schiedam tot ver in het Westland vruchtbaar, de koeien en varkens vet en de boeren schatrijk.
De moutwijn wordt verwerkt tot bitter, likeur of jenever en is daarna klaar om gedronken te worden.
Het proces van het beslag maken en het stoken van de moutwijn.
Dit gaat over het maalproces van de granen uiteraard.
Dit gaat over het mouten van gerst. Het ritueel begint bij de zakkendragers die de zakken met gerst naar binnen brengen. Vervolgens brengen we het procedé van het mouten in beeld.
Het verhaal dat hierachter zit gaat over het St. Antoniusgilde en de manier waarop er gewerkt werd.